Tijdens de oorlog zaten er op Landgoed De Utrecht vijf studenten van de Landbouwhogeschool Wageningen ondergedoken. Dat zij juist in Esbeek terecht kwamen was niet zo vreemd. In verband met bosbouw was er al contact tussen De Utrecht en de hogeschool.
Een van die studenten was Jan van Dongen die met zijn vier medestudenten ondergedoken zat in een zelfgebouwde hut bij boer De Bruijn op Landgoed De Utrecht waar nu ‘In den Bockenreijder’ is. De hut werd bij toeval ontdekt door marechaussee Karst Smit toen die in het bosgebied patrouille liep. Gelukkig was Karst een ‘goeie’, hij zat ook in de ondergrondse. Hij vroeg of de studenten mee wilden helpen piloten en andere vluchtelingen in vrijheid te brengen. De vluchtroute liep gedeeltelijk over het landgoed.
Jan van Dongen wilde wel hepen en hij ging regelmatig vluchtelingen ophalen op het station in Tilburg en bracht ze dan naar hun schuilhut. Daar moesten de vluchtelingen wachten tot het veilig genoeg was om door te reizen naar Brussel. Toen de vluchtlijn in november 1943 verraden werd was het natuurlijk te gevaarlijk om in de schuilhut te blijven. Jan vluchtte naar Biest-Houtakker naar veearts Piet Leermakers die ook in de ondergrondse zat.
Helaas werd Piet verraden en toen op de ochtend van 7 september 1944 de Duitsers bij de familie Leermakers voor de deur stonden, zochten Piet en Jan door de tuin een heenkomen. De Duitsers zetten de achtervolging in en schoten beide mannen zonder pardon dood. Vlak voor de bevrijding van Hilvarenbeek, een maand later.