Bijzondere herdenking executie van de gijzelaars op Gorp

Vijf palen zijn de stille getuigen van de moord op de vijf gijzelaars.

 

Op 15 augustus 2017 is het 75 jaar geleden dat er op het landgoed van de familie Van Puijenbroek vijf gijzelaars om het leven werden gebracht. Deze gebeurtenis wordt elk jaar herdacht, maar dit jaar krijgt de herdenking een. bijzonder tintje. Er is o.a. een reizende expositie samengesteld over de gijzelaarskampen Beekvliet en Haaren. De openbare bijeenkomst op 15 augustus begint om 12.00 uur.   

Op 15 augustus 1942 vond er diep in de bossen op Gorp een vreselijk drama plaats. In het diepste geheim werden vijf mannen door de Duitse bezetter geëxecuteerd. Het ging om een represaillemaatregel. Kort daarvoor was er in Rotterdam een, overigens mislukte, aanslag geweest op een trein met Duitse verlofgangers. Omdat de daders van die aanslag niet gepakt werden, wilde Seyss-Inquart, die als rijkscommissaris namens de nazi’s in Nederland het gezag vertegenwoordigde, een keihard voorbeeld stellen.

De vijf mannen waren niet toevallig uitgekozen. Op 4 mei 1942 hadden de Duitsers 460 Nederlands opgepakt, die een vooraanstaande rol in de samenleving vervulden; het waren leden van de bestuurlijke elite. Het ging onder meer om politici, burgemeesters, ambtenaren, hoogleraren, geestelijken, advocaten, schrijvers (o.a. Anton van Duinkerken) en kunstenaars. Ze zaten als gijzelaars opgesloten in de seminaries in Haaren en St. Michielsgestel. De Duitsers hadden deze seminaries ingericht als gevangenkampen. Door deze topfiguren te gijzelen hoopte de bezetter acties van het verzet te voorkomen. De waarschuwing was namelijk dat een aantal van deze gijzelaars gefusilleerd zouden worden ingeval van aanslagen door het verzet.

Vergelding

Op vrijdag 14 augustus was het zover. Vijf mannen Willem Ruys (reder), mr. Robert Baelde (reclasseringsambtenaar), Otto Ernst Gelder, graaf van Limburg-Stirum (officier van justitie) en Christoffel Bennekers (hoofdinspecteur van politie) werden eruit gepikt. De vijfde persoon, Alexander baron Schimmelpenninck van der Oye, verbleef thuis. Hij stond op een reservelijst voor de vergeldingsmaatregel, maar kon de dans niet ontspringen. Leden van de Ordnungspolizei in Tilburg voerden de executie uit. De slachtoffers werden ter plekke begraven.

Ir. Cees van Meel

Tot de geïnterneerden in kamp St., Michielsgestel behoorde ook Bekenaar ir. Cees van Meel (1903 – 1963) die een vooraanstaand figuur was in de agrarische sector. In 2007 vertelde mevrouw Alma van Meel – Borm, wat er in 1942 op de dag van Hemelvaart gebeurde.[1] Zij was toen nog verloofd met Cees van Meel.

“(…)Het grootste deel van de dag waren we niet thuis. In de loop van de dag waren er al Duitsers aan de deur geweest. Mensen bij Jos Wiel [de overbuurman op het Vrijthof] hadden gezegd: ‘We moeten Van Meel waarschu­wen, want dit is niet in orde.’ Toen we thuis kwamen kregen we dit opnieuw te horen, maar Cees zei: ‘Het zal zo’n vaart niet lopen; zoiets krijg je tegenwoordig elke dag te horen.’ Maar ’s avonds om een uur of tien stonden er wel drie Duitsers aan de voor­deur.

Toen de voordeur open was, schoot nummer één meteen de huiskamer in; nummer twee liep door de centrale gang – die het huis in twee helften verdeelde – naar de ach­terdeur; nummer drie bleef bij de voordeur. Zo was vluchten niet meer mogelijk. Mijn verloofde kreeg te horen: ‘Sie sollen mitkommen!’ Op de vraag wat mee te nemen kwam als antwoord: ‘Sie brauchen nicht so viel.’ Koffertje, pyjama, wat toiletartikelen. ‘Fortmachen’. Cees zei nog: ‘Ik zal mijn rozenkrans maar bij me stoppen; die zou ik wel eens nodig kunnen hebben.’ Zonder opgaaf van reden werd hij gearresteerd en meegenomen.”

Bericht over de moord op de gijzelaars, zoals dat na de oorlog in de kranten verscheen.

Cees van Meel overleefde de gijzeling. In 1944 mocht hij naar huis terugkeren, en bij de bevrijding van Hilvarenbeek trad hij daadkrachtig op als waarnemend burgemeester. Later maakte hij als politicus carrière in de KVP.

[1] Tussen Paradijs en Toekomst nr. 74, 2007. Auteur Harry Putters.

 

 

 

 

 

 

Gedenksteen op de locatie waar de gijzelaars werden doodgeschoten.