Hilvarenbeek in de oorlogsjaren

Aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging de mobilisatie vooraf. In 1939 bevonden zich in Hilvarenbeek zo’n 180 Nederlandse militairen. Deze trokken zich terug op 11 mei 1940, enkele uren na de komst van Franse tanks in het dorp. Op 12 mei trokken de Duitsers de gemeente binnen. Overal waren zware ontploffingen te horen doordat bruggen werden opgeblazen. Het kwam niet tot een treffen met de Fransen. In Diessen was er wel een felle strijd tussen Fransen en Duitsers.

De enige Beekse militair die sneuvelde door de oorlogshandelingen was Jan Aarts, die op 14 mei 1940 getroffen werd te Middelburg. Al snel na de bezetting begon de gelijkschakeling. De gemeenteraad hield op 29 augustus 1941 zijn laatste vergadering. Burgemeester J.C. de Rooy zou op 1 oktober 1942 op eigen verzoek eervol ontslagen worden, om in 1943 opgevolgd te worden door de NSB’er Bressers.

Beekse jongens onder militaire krijgsdienst, 1930. Oefening in Hilvarenbeek. De foto is gemaakt op de speelplaats van de openbare school aan de Paardenstraat (nu woonhuis/atelier fotograaf Roelofs)

In de jaren 1941/42 werden ook bijna alle verenigingen, standsorganisaties en politieke partijen opgeheven. Hierbij behoorde ook de Nederlandse Unie, die in het district Hilvarenbeek zo’n 1500 leden telde. Het hoofdkwartier, gevestigd in een huisje in de Gelderstraat, werd op 16 juli 1941 door de Duitsers gesloten. In de plaats van de kerkelijke en burgerlijke charitas kwamen de op Duitse leest geschoeide Winterhulp Nederland en de Nederlandse Volksdienst.

Ook de verspreiding van nieuws werd aan banden gelegd. Op 27 september 1941 verscheen de Hilverbode voor het laatst, en in mei 1943 moesten de radio’s worden ingeleverd. Om de Duitse oorlogsmachine draaiende te houden, werden de klokken geroofd en moesten alle voorwerpen van koper, lood, tin en nikkel worden ingeleverd. Sommige Beekse bedrijven, bijvoorbeeld de firma Kuijpers, automobielbedrijf Bols en Kooijman en foeragehandel Van Geel *, werkten voor de Duitsers. De arbeiders van andere bedrijven liepen de kans om ingezet te worden in de Arbeitseinsatz, wat uitzending naar Duitsland of Frankrijk betekende.

Protestactie

Voor het werken aan verdedigingswerken in Zeeland in 1944, werden door burgemeester Bressers zelf arbeiders geselecteerd, wat leidde tot een protestactie van de gemeente-ambtenaren. Secretaris J. van der Burg vernietigde met enkele ambtenaren het bevolkingsregister, waarna zij onderdoken. Ook andere Bekenaren waren actief in het verzet, speciaal in de joden- en pilotenhulp en het verlenen van hulp aan onderduikers.

Het oprollen van de verzetsgroep Smit-Van der Heijden in november 1943 kostte het leven van Theo Vogels, J.C. van der Heijden en zijn zonen Staf en Marcel. De illegale werker Piet Leermakers vond met onderduiker Jan van Dongen de dood op 7 september 1944, toen zij op de vlucht koelbloedig werden neergeschoten.

Bevrijding

Een maand later werd Hilvarenbeek bevrijd door de Engelsen. Tweeëntwintig Bekenaren werden opgepakt wegens collaboratie, maar het kwam, door het optreden van de plaatselijke commandant van de Orde Dienst, ir. C.J. van Meel, niet tot een ‘bijltjesdag’. Na de bevrijding van het dorp bleek op 4 oktober 1944 dat de Duitsers stevige posities hadden ingenomen in de bossen tussen Goirle en Hilvarenbeek, op de Westerwijk en de Biest.

Tussen het dorp en de Duitse linies waren mijnenvelden aangelegd en er volgde een artillerieduel dat ongeveer drie weken duurde en dat aan tien burgers het leven kostte. Toen de eerste doden vielen, trok een groot deel van de bevolking weg; die van Beek naar Hooge en Lage Mierde en die van de Biest naar Moergestel. Pas bij de bevrijding van Goirle en Tilburg op 27 oktober, was ook voor Hilvarenbeek het gevaar geweken. Tijdens deze weken werden dertien boerderijen en elf particuliere huizen verwoest. Vijfentwintig boerderijen en zeventig woonhuizen liepen zware schade op.

*) Voor de volledigheid: Piet van Geel was ook actief in het verzet. Zijn bedrijf gebruikte hij als dekmantel om o.a. onderduikers te kunnen helpen.

[Bron: Regionaal Archief Tilburg]